In de evangelielezing van komende zondag leert Jezus zijn discipelen het ‘Onze Vader’. De orgelliteratuur voor de eucharistieviering in de Ste. Gertrudiskathedraal is daarom bij dit gebed uitgezocht.
Tijdens de communie klinkt het Pater noster van Anton B.H. Verhey (1871-1924). Mogelijk is dit onbekende muziekstuk het enige orgelwerk van zijn hand dat is overgeleverd. Verhey was pianodocent aan het Rotterdamse conservatorium (waar hij o.a. Gerard Bunk opleidde), en was actief als dirigent en componist. Een maand voor Antons 14e verjaardag overleed zijn vader. Hij volgde hem vanaf toen op als organist van de oud-katholieke Oppertse kerk te Rotterdam. Als componist leverde hij een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de oud-katholieke kerkmuziek in de periode dat de Oud-Katholieke Kerk overging van de liturgieviering in het Latijn naar de liturgieviering in het Nederlands. Net als zijn vader (Antonius Verhey) werkte hij mee aan de totstandkoming van een oud-katholiek gezangboek, het Katholiek Gezangboek uit 1912. Hij schreef een aantal Nederlandstalige missen die tot op heden veel en graag gezongen worden. Ook komende zondag zingen we een van Verheys missen. Het huidige Oud-Katholiek Gezangboek bevat acht liedmelodieën van zijn hand en vijf misordinaria. Zijn ‘laatromantische’ muzikale stijl is mede-kenmerkend geworden voor de ‘sound’ van de oud-katholieke kerkmuziek.
Het Pater noster is een soort ‘Lied ohne Worte’, de lyrische melodie in de sopraan is leidend. Deze melodie klinkt in samenspel met de andere stemmen die begeleidende akkoorden vormen. Na een fraaie opening in toonsoort C-groot worden in korte tijd een heel aantal toonsoorten doorlopen, om weer terug te keren bij het openingsmotief. Dit motief krijgt nu een andere doorwerking, bouwt op qua spanning, pakt het openingsmotief nog eenmaal licht gewijzigd op, en sluit vervolgens na enkele maten verstild af op een stralend C-groot akkoord.
Persoonlijk ben ik erg blij met de kerkmuziek van Verhey. Het is heerlijk om romantische Nederlandstalige misordinaria te hebben uit het begin van de twintigste eeuw. Qua muzikale stijl, en daarmee ook qua beleving van de tekst, zijn deze missen heel anders dan de Nederlandstalige misordinaria uit de tweede helft van de twintigste eeuw. De romantische missen zijn uitstekend geschikt voor echte gemeentezang (in afwisseling met koorzang). Het gloria wordt vaak een echte uitbundige lofprijzing (zoals Willem Barnard in 1988 schreef geldt nog steeds: ‘ze zingen bij de oud-katholieken het dak van de kerk’).
Verhey schreef ook een prachtig Salve Regina. Een opname hiervan door het Nederlands Kamerkoor is via de volgende link te beluisteren (aanbevolen!): https://open.spotify.com/track/2nzzao4SjKm7WUD76SGqSY
Verder klinkt zondag voor de dienst de beroemde bewerking over ‘Vater unser im Himmelreich’ van Georg Böhm (1661-1733) en na de dienst van Verheys tijdgenoot Jan Zwart (1877-1937) het ‘Gebed des Heeren’. Een fijn weekend en een goede zondag gewenst!
Op de foto ziet u Anton Verhey links aan de piano.
Comments